Het Zeilgebied Grevelingen:
De Grevelingen is een voormalige zeearm van de Noordzee, gelegen tussen de eilanden Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland, op de grens van de provincies Zuid-Holland en Zeeland. In het kader van de Deltawerken werd de zeearm, het Brouwershavense gat, door de Grevelingendam (1965) en de Brouwersdam (1971) van de zee afgesloten.
Het Zeilgebied Oosterschelde:
De Oosterschelde is een voormalig estuarium in de provincie Zeeland, dat omgeven wordt door de schiereilanden Schouwen-Duiveland, Tholen, Zuid-Beveland en Noord-Beveland en (oorspronkelijk) een aftakking betreft van de rivier de Schelde. Sinds de ingebruikname van de Oosterscheldekering in 1986 kan de Oosterschelde volledig van zee worden afgesloten. De Oosterschelde heeft een oppervlakte van 350 km². Een gedeelte hiervan valt bij laag water droog.
Tot in de middeleeuwen was de Oosterschelde een vrij kleine rivierarm. In de loop der eeuwen won de Oosterschelde echter steeds meer terrein op het land, waardoor hij uitgroeide tot een flinke zeearm. Door inpolderingen en het aanleggen van dijken heeft de Oosterschelde de laatste eeuwen de huidige omvang gekregen.
De verbindingsgeul tussen de Westerschelde en de Oosterschelde verzandde geleidelijk en op het einde van de 17e eeuw was het soms al mogelijk om de verbinding tussen Noord-Brabant en Zuid-Beveland te voet te overbruggen. In 1867 werd deze verbinding afgedamd door de Kreekrakdam. Daarna kon het vervuilde Scheldewater de Oosterschelde niet meer bereiken, wat de waterkwaliteit in de Oosterschelde ten goede kwam. De visstand verbeterde en de Oosterscheldevissers werden vermaard om hun kreeft. Hieraan kwam een einde door de afdamming van de Oosterschelde in het kader van de Deltawerken. Door de keuze voor een halfopen pijlerdam bleef enige eb- en vloedwerking in de Oosterschelde bewaard. Door de aanleg van de Oesterdam en de Philipsdam werd de Oosterschelde afgesloten van zoetwatergebieden landinwaarts. Hierdoor verdween ook de geleidelijke overgang van zoet via brak naar zout water. Het karakter van de Oosterschelde veranderde van een riviermonding in een zeearm; het water is nu overal zout geworden.
Sinds 8 mei 2002 is de Oosterschelde onder de naam Nationaal Park Oosterschelde een nationaal park, het grootste van Nederland. Het onderwaterleven in de Oosterschelde is zeer gevarieerd en uitbundig; voor veel soorten is het een belangrijke kraamkamer. Op de zandige bodems is vaak wel het een en ander aan leven te zien, zij het wat minder dan op de dichtbegroeide harde substraten van de dijken en andere werken van Rijkswaterstaat. In de Oosterschelde wordt om die reden veel gedoken door duikers vanuit verschillende delen van Europa.